1. MWB
  2. Vertalen
  3. Passagier (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Passagier > EN • Passagier > ES • Passagier > FR
Vertalingen Passagier DE>NL
der Passagierde inzittende ; de opvarende ; de passagier (m) ; de reiziger (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Passagier`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Fahrgast
DE: Fluggast
DE: Flugreisende
DE: Gast
DE: Insasse
DE: Reisende
DE: Schiffspassagier