Vertaal
Naar andere talen: • Prickeln > ENPrickeln > ESPrickeln > FR
Vertalingen Prickeln DE>NL

prickeln

werkw.
Uitspraak:  [ˈprɪkəln]

1) ein stechendes oder kitzelndes Gefühl produzieren - prikkelen
Brausepulver prickelt auf der Zunge. - Bruispoeder prikkelt op de tong.
ein prickelndes Gefühl in den Händen - een tintelend gevoel in de handen

2) erregend sein - prikkelen
vor einem Rendezvous ein prickelndes Gefühl haben - voor een afspraak een kriebelend gevoel hebben

3) kleine Bläschen bilden - parelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
prickeln (ww.) kralen (ww.) ; tintelen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; sprankelen (ww.) ; prikkelen (ww.) ; parelen (ww.) ; opwinden (ww.) ; opwekken (ww.) ; opbruisen (ww.) ; op de zenuwen werken (ww.) ; mousseren (ww.) ; irriteren (ww.) ; ergeren (ww.)
das Prickeln zintuiglijke gewaarwording (znw.) ; de sensatie (v) ; de prikkeling (v) ; gekietel
Prickeln gekriebel ; kriewelen ; kriebel ; kieteling ; jeuk
Bronnen: interglot; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `Prickeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anregen
DE: anreizen
DE: anspornen
DE: auf die Nerven gehen
DE: aufreizen
DE: aufwinden
DE: erhitzen
DE: erregen
DE: kitzeln
DE: knuddeln