Vertalingen Pfarrer DE>NL
der Pfarrer
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈpfarɐ] |
Verbuigingen: | Pfarrers , Pfarrer |
die Pfarrerin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈpfarərɪn] |
Verbuigingen: | Pfarrerin , Pfarrerinnen |
christlicher Priester religie -
pastoor ein evangelischer / katholischer Pfarrer - een christelijke / katholieke pastoor |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Pfarrer | de broeder (m) ; de dominee (m) ; geestelijk herder (znw.) ; de geestelijke (m) ; de herder (m) ; de hoeder (m) ; de pastoor (m) ; de pastor (m) ; de predikant (m) ; de prediker (m) ; de priester (m) ; de voorganger (m) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Pfarrer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: Diener eines GottesdienstesDE: FeldgeistlicheDE: GefängnisgeistlicheDE: GeistlicheDE: HirteDE: KaplanDE: KlosterbruderDE: MilitärgeistlicheDE: MissionarDE: Pastor