Vertalingen Notruf DE>NL
der Notruf
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈnoːtruːf] |
Verbuigingen: | Notruf(e)s , Notrufe |
1) (meist telefonische) Bitte um Hilfe in Gefahrensituationen -
alarm oproep Mehrere Notrufe gingen bei der Feuerwehr ein. - Er kwamen meerdere noodmeldingen binnen bij de brandweer. |
2) Telefonnummer für Notfälle -
alarmnummer Die Nachbarn alarmierten die Polizei über Notruf. - De buren sloegen alarm bij de politie via het alarmnummer. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Notruf | 06-11 (znw.) ; het alarmnummer ; het noodsein ; het noodsignaal ; S.O.S. (znw.) |
Notruf | noodoproep ; noodsein ; veiligheidsoproep |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Notruf`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AlarmnummerDE: SOS-Signal