Vertaal
Naar andere talen: • Netz > ENNetz > ESNetz > FR
Vertalingen Netz DE>NL

Netz

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [nɛʦ]
Verbuigingen:  Netzes , Netze

1) elastisches Material aus Maschen mit großen Zwischenräumen - net
Die Fischer werfen ihre Netze aus. - De vissers wierpen hun netten uit.
Nur wenige Fische hatten sich im Netz verfangen. - Er waren maar weinig vissen in net verstrikt geraakt.
uitdrukking jemandem ins Netz gehen

2) System von sozialen Beziehungen - vangnet
ein gut funktionierendes soziales Netz - een goed functionerend sociaal vangnet
Spionagenetz - spionage net

3) ein Netz, das eine Spinne webt dierkunde - net

4) verzweigtes System von Leitungen oder Transportwegen - net
Das Kraftwerk geht bald ans / vom Netz. - De krachtcentrale gaat snel aan / van het net.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Netzhet internet ; het net ; het netwerk
Netz darmscheil ; laad-en losnet ; laadnet ; langskabels ; net ; netwerk ; omtrekkabels ; raster ; rechthoekig meetnet ; rooster ; visnet
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Netz`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Einkaufsnetz
DE: Fangnetz
DE: Fischernetz
DE: Geflecht
DE: Gefüge
DE: Gespinst
DE: Gewebe
DE: Schleppnetz
DE: Schmetterlingsnetz
DE: Spinnennetz

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: ins Netz locken NL: in de val lokken