Vertalingen Nahverkehr DE>NL
der Nahverkehr
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈnaːfɛɐkeːɐ] |
Verbuigingen: | Nahverkehrs |
Verkehr innerhalb eines Ortes und in der näheren Umgebung -
streekvervoer den öffentlichen Nahverkehr benutzen - het openbare streekvervoer gebruiken Die Veranstaltung sorgte für Behinderungen im Nahverkehr. - De manifestatie zorgde voor overlast in het streekvervoer. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Nahverkehr | het streekvervoer ; het woon-werkverkeer |
Nahverkehr | agglomeratievervoer ; buurtverkeer ; korte-afstandsvervoer ; lokaal verkeer ; plaatselijk verkeer ; stoptreinverkeer ; verkeer over korte afstand |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.orgVoorbeeldzinnen met `Nahverkehr`

Voorbeeldzinnen laden....