1. MWB
  2. Vertalen
  3. nachgehen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • nachgehen > EN • nachgehen > ES • nachgehen > FR
Vertalingen nachgehen DE>NL

nachgehen

werkw.
Uitspraak:  [ˈnaːxgeːən]

1) einer Person, einem Geräusch o. Ä. folgen - (achter)nagaan
Er ist ihr heimlich nachgegangen. - Hij is stiekem achter haar aangegaan.

2) versuchen, etw. herauszufinden, aufzuklären - onderzoeken
Die Polizei ging den Hinweisen / dem Verdacht nach. - De politie onderzocht de aanwijzingen / de verdachte.
Ich werde der Sache nachgehen und den Schuldigen bestrafen. - Ik zal de zaak onderzoeken en de schuldigen bestraffen.

3) sich mit etw. regelmäßig beschäftigen - zich bezighouden met
einer geregelten Tätigkeit nachgehen - zich met geregelde werkzaamheden bezighouden

4) eine Zeit anzeigen, die schon vergangen ist - achterlopen

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. geht jemandem noch lange / immer noch / ... nach

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
nachgehen (ww.) achterlopen (ww.) ; achternazitten (ww.) ; achtervolgen (ww.) ; bespieden (ww.) ; checken (ww.) ; nagaan (ww.) ; natrekken (ww.) ; nazitten (ww.) ; onderzoeken (ww.) ; speuren (ww.) ; verifiëren (ww.) ; verspieden (ww.) ; volgen (ww.) ; vorsen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `nachgehen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auf dem Fuße folgen
DE: ausforschen
DE: auskundschaften
DE: befragen
DE: bespitzeln
DE: checken
DE: durchchecken
DE: eine Untersuchung einleiten
DE: erforschen
DE: erfragen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: dieser Verlust ging ihm lange nach NL: lange tijd heeft hij dit verlies niet kunnen vergeten