Vertaal
Vertalingen Nägel einschlagen DE>NL
Nägel einschlagen (ww.) klinken (ww.) ; spijkeren (ww.) ; timmeren (ww.) ; vastnagelen (ww.) ; vastslaan (ww.) ; vastspijkeren (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `Nägel einschlagen`
Voorbeeldzinnen laden....