1. MWB
  2. Vertalen
  3. Maske (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Maske > EN • Maske > ES • Maske > FR
Vertalingen Maske DE>NL

die Maske

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈmaskə]
Verbuigingen:  Maske , Masken

1) etw., womit man sein Gesicht bedeckt, um sich zu verkleiden - masker
eine Monstermaske für den Karneval - een masker van een monster voor carnaval
Die Bankräuber trugen Masken. - De bankovervallers droegen maskers.
uitdrukking die Maske fallen lassen

2) deel van de uitdrukking: masker
Maskenball - gemaskerd bal

3) etw., das man zum Schutz vor dem Gesicht trägt - masker
Die Feuerwehrleute trugen Atemmasken. - De brandweermannen droegen zuurstofmaskers.
Gasmaske - gasmasker
Tauchermaske - duikmasker

4) Raum, in dem Schauspieler usw. für den Auftritt geschminkt werden - grimeren
Er ist noch in der Maske. - Hij wordt nog gegrimeerd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Maskede vermomming (m) ; de verkleding (v) ; de mombakkesen ; het mombakkes ; de mom ; de maskers ; het masker ; de grime ; de gebruikersinterface (m)
Maske narcosekapje ; afbeelding ; maskerbeeld ; masker ; kruisdraden ; integraal masker ; draadkruis ; beeld ; automatisch masker ; afdeklaag
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Maske`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Kosmetik
DE: Makeup
DE: Schemen
DE: Schminke
DE: schminken
DE: Tarnung
DE: Verkleidung
DE: Vermummung