Vertalingen Lehrling DE>NL
der Lehrling
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈleːɐlɪŋ] |
Verbuigingen: | Lehrlings , Lehrlinge |
jd, der eine Lehre macht -
leerling Bäckerlehrling - bakkersleerling Maurerlehrling - leerling metselaar |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Lehrling | de gezel (m) ; jongmaat (znw.) ; het jongmaatje ; jongste bediende (znw.) ; de kwekeling (m) ; de leerjongen (m) ; leerknecht (znw.) ; de leerling (m) ; het leermeisje ; het maatje ; de pupil ; de scholier (m) ; de stagiair |
Lehrling | leerling |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Lehrling`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AuszubildendeDE: Lehrjunge