I lesen

werkw.

Uitspraak:

[ˈleːzən]

1) Geschriebenes ansehen und den Sinn entnehmen - lezen

Liest du gerne / viel? - Lees je graag / veel? Die winzige Schrift war kaum zu lesen. - Het kleine handschrift was amper leesbaar. Arabisch / Noten lesen können - Arabisch / noten kunnen lezen Ich habe in der Zeitung gelesen, dass ... - Ik heb in de krant gelezen dat ...

2) laut sprechen, was irgendwo geschrieben steht - voorlezen

Der Autor las aus seinem neuen Roman. - De schrijver las voor uit zijn nieuwe roman.

3) Informationen aus etw. entnehmen, erkennen - lezen

jemandem aus der Hand lesen - handlezen bij iemand Kannst du etwa Gedanken lesen? - Kun jij gedachten lezen of zo? ich las in ihren Augen, dass ... - ik las in haar ogen dat ...

4) deel van de uitdrukking:

sich irgendwie lesen (=so geschrieben, dass es bestimmte Eigenschaften hat) - door wijze van schrijven een bepaalde eigenschap Der Roman liest sich sehr flüssig / spannend. - De roman laat zich vlot / spannend lezen.

IIa der Leser

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈleːzɐ]
Verbuigingen:	Lesers , Leser

IIb die Leserin

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈleːzərɪn]
Verbuigingen:	Leserin , Leserinnen

deel van de uitdrukking: lezer

ein aufmerksamer, interessierter Leser - een aandachtige, geïnteresseerde lezer

III lesen

werkw.

Uitspraak:

[ˈleːzən]

1) ernten - lezen
2) kleine Dinge mit der Hand aufheben, sortieren - verzamelen

Sie las die Raupen von den Blättern in ein Glas. - Zij verzameld de rupsen van de bladeren in een pot.

© K Dictionaries Ltd.

lesen (ww.)	bestuderen (ww.) ; bijeen lezen (ww.) ; oogsten (ww.) ; plukken (ww.) ; verzamelen (ww.)
das Lesen	het lezen
lesen	lezen ; oogsten van wijndruiven ; opnemen uit

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids




DE: ablesen
DE: abpflücken
DE: auflesen
DE: die Ernte einbringen
DE: die Ernte einfahren
DE: dreschen
DE: durchlesen
DE: einbringen
DE: einfahren
DE: einholen

DE: ein Buch lesen NL: een boek lezen
DE: Ähren lesen NL: aren lezen
DE: Holz lesen NL: hout sprokkelen
DE: Erbsen lesen NL: erwten lezen, uitzoeken
DE: Wein lesen NL: druiven oogsten
DE: einem den Text, ein Kapitel, die Leviten lesen NL: iemand de les lezen