Vertalingen klug DE>NL
I klug
bijv.naamw.
1) logisch denkend, Probleme leicht lösend -
verstandig , intelligent , wijs Der Klügere gibt nach. (=) - toegeven door de wijste
|
2) vernünftig, von Verstand zeugend -
verstandig , intelligent , wijs Ich halte es für das Klügste, darüber abzustimmen. - Het is, denk ik, het verstandigste als we daarover stemmen. |
3) deel van de uitdrukking: aus jemandem / etw. nicht klug werden (=jemanden / etw. nicht verstehen) - iets niet begrijpen
|
II klug
bijwoord
deel van de uitdrukking: niet begrijpen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
klug | snugger ; kundig ; kunstig ; ontwikkeld ; pienter ; raak ; rationeel ; redelijk ; schrander ; slim ; snedig ; knap ; uitgeslapen ; vaardig ; vernuftig ; verstandelijk ; vindingrijk ; vlug van begrip ; wijs ; zeer geleerd ; zeer ontwikkeld ; geniaal ; adrem ; behendig ; bekwaam ; belezen ; bevattelijk ; bijdehand ; briljant ; clever ; het erudiet ; geletterd ; gestudeerd ; gevat ; gis ; goedleers ; handig ; hooggeleerd ; ingenieus ; intelligent ; kien ; verstandig |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `klug`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufgewecktDE: ausgekochtDE: ausgelerntDE: ausgeschlafenDE: behendeDE: belesenDE: besonnenDE: brillantDE: cleverDE: dreistUitdrukkingen en gezegdes
DE: nicht recht
klug
NL: niet goed wijsDE: aus einer Sache nicht
klug werden
NL: uit iets niet wijs worden