Vertalingen Kern DE>NL
der Kern
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kɛrn] |
Verbuigingen: | Kern(e)s , Kerne |
1) innerer Teil, Samen plantkunde -
kern kernlose Weintrauben - kernloze druiventros Kirschkern - kersenpit Pfirsichkern - perzikpit Apfelkern - appelkroot |
2) innerer, essbarer Teil von Nüssen plantkunde -
kern 3) Teil in der Mitte -
kern der Kern der Erde - de kern van de aarde Zellkern - celkern Stadtkern - stadskern |
4) der wesentliche, wichtigste Teil -
kern der Kern des Problems - de kern van het probleem In dieser Behauptung steckt ein wahrer Kern. - In deze bewering zit een kern van waarheid. |
der harte Kern (=die aktivsten, treuesten Mitglieder einer Gruppe) - de harde kern
|
5) der Teil im Zentrum eines Atoms natuurkunde -
kern © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Kern | de binnenkant (m) ; vruchtenpit (znw.) ; de pit ; het midden ; het middelpunt ; het merg ; kerngedachte ; de kern ; het hoofdpunt ; het binnenste van iets (znw.) ; de essentie (v) ; het centrum ; de binnenzijde ; binnenste van een vrucht (znw.) ; binnenste (znw.) |
Kern | amandel ; ziel ; zaadgetal ; thermisch middelpunt ; spoellichaam ; pit ; ondoorlatende laag ; nucleus ; magnetische kern ; kiem ; kernprogramma ; kernhout ; kern ; harthout ; atoomkern |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Kern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: EssenzDE: FruchtkernDE: GrundDE: HauptsacheDE: HerzDE: InnenseiteDE: InnereDE: InnersteDE: KernpunktDE: KnochenmarkUitdrukkingen en gezegdes
DE: des Pudels
Kern
NL: de kern van de zaak