Vertalingen Kaufmann DE>NL
der Kaufmann
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈkaufman] |
Verbuigingen: | Kaufmann(e)s , Kaufmänner , Kaufleute |
1) jd, dessen Beruf es ist, Handel mit Waren oder Diensten zu treiben -
zakenman Er ist selbstständiger Kaufmann. - Hij is zelfstandig ondernemer. Bankkaufmann - bankmedewerker Bürokaufmann - commercieel medewerker Einzelhandelskaufmann - detaillist Versicherungskaufmann - verzekeringsagent |
2) jd, der mit Waren handelt geschiedenis -
handelaar 3) kleiner Laden, der Lebensmittel usw. anbietet geschiedenis -
kruidenier zum Kaufmann gehen und Milch kaufen - naar de kruidenier gaan en melk kopen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Kaufmann | de handelaar (m) ; de handelsman (m) ; de koopman (m) ; kruidenier ; kruidenierster ; de marskramer (m) ; de venter (m) |
Kaufmann | dealer ; handelaar ; wederverkoper |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Kaufmann`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: GewerbetreibendeDE: HandelsmannDE: HausiererDE: Unternehmer