Vertalingen Kosten DE>NL
I kosten
werkw.
1) einen bestimmten Preis haben -
kosten Wie viel / Was soll das Auto denn kosten? - Hoeveel / Wat moet de auto dan kosten? Die Reise kostet viel Geld / 2000 Euro. - De reis is duur / €2000,00. |
sich etw. einiges / etwas kosten lassen (=wegen etw. viel Geld ausgeben) - veel geld uitgeven
Ich ließ mich / mir seinen Geburtstag einiges kosten und schenkte ihm eine Reise. - Ik heb veel geld uitgegeven aan zijn verjaardag door hem een reis cadeau te doen.
|
2) beanspruchen, nötig machen, von jemandem verlangen -
kosten Es hat mich viel Überwindung gekostet, das Thema anzusprechen. - Ik heb mezelf moeten overwinnen om dat thema te kunnen aansnijden. |
koste es, was es wolle (=unbedingt, zu jedem Preis) - tegen elke prijs
|
3) bewirken, dass etw. verloren geht -
kosten Der Unfall kostet ihn / ihm das Leben. - Het ongeval heeft hem het leven gekost. |
II kosten
werkw.
probieren, wie etw. schmeckt -
proeven Möchtest du mal kosten? - Wil jij een keer proeven? Hast du schon vom Kuchen gekostet? - Heb je al van de taart geproefd? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Kosten (p) | kost |
der Kosten | de belasting (v) ; het eerbewijs ; gewonnen prijs (znw.) ; de heffing (v) ; de kosten ; de leges ; de prijs (m) |
Kosten | kosten ; proeven ; smaken ; specificeerbare kosten ; verbijzonderbare offers |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `Kosten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AufwandDE: AufwendungDE: AufwendungenDE: AusgabenDE: AuslagenDE: bedürfenDE: brauchenDE: Ehrerbietung erweisenDE: EinfuhrzollDE: erforderlich seinUitdrukkingen en gezegdes
DE: auf seine
Kosten kommen
NL: het zijne krijgen, er niets aan tekort komen