Vertalingen Kirche DE>NL
die Kirche
zelfst.naamw.
Uitspraak: | ['kɪrçə] |
Verbuigingen: | Kirche , Kirchen |
1) Gebäude, in dem Christen Gottesdienst feiern -
kerk Kirchenglocken - kerkklokken Klosterkirche - kloosterkerk |
die Kirche im Dorf lassen (=mit etw. nicht übertreiben) - iets in het midden laten
|
2) Zusammenkunft von Christen zum Beten in einer Kirche -
kerkdienst Die Kirche beginnt um 11 Uhr. - De kerkdienst begint om 11.00 uur. Kirchenbesucher - bezoeker van een kerk Kirchenlied - kerklied |
3) (christliche) Glaubensgemeinschaft -
biecht die evangelische / katholische Kirche - de evangelisch / katholieke kerk aus der Kirche austreten - uittreden uit de kerk |
4) die Geistlichen usw., die eine Glaubensgemeinschaft leiten, verwalten -
kerk Wie lautet die offizielle Position der Kirche zu dieser Frage? - Hoe luidt het officiële standpunt van de kerk op deze vraag? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Kirche | het bedehuis ; het godshuis ; de kerk (v) ; het kerkgebouw |
Kirche | kerk |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Kirche`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anglikanische KircheDE: DomDE: evangelische KircheDE: HeiligtumDE: KapelleDE: KathedraleDE: katholische KircheDE: KirchenbauDE: KirchengebäudeDE: MoscheeUitdrukkingen en gezegdes
DE: die
Kirche im Dorf lassen
NL: de kerk in het midden laten