Vertalingen Kasten DE>NL
der Kasten
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈkastən] |
Verbuigingen: | Kastens , Kästen |
1) Behälter zum Aufbewahren oder Transportieren von Sachen -
kast , kist , krat ein Kasten Bier - een krat bier Werkzeugkasten - gereedschapskist Malkasten - kist met verfspullen ein Glaskasten / Schaukasten für Ausstellungsstücke - een vitrine om stukken tentoon te stellen |
2) deel van de uitdrukking: brievenbus einen Brief in den Kasten werfen - een brief in de brievenbos gooien |
3) deel van de uitdrukking: etw. auf dem Kasten haben (=fähig, intelligent sein) - niet op zijn achterhoofd gevallen zijn
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Kasten | de verpakking (v) ; het vak ; de opbergruimte (v) ; het omwindsel ; het omkleedsel ; het omhulsel ; het krat ; de huls ; de doos (v) ; de buitenkant (m) ; de box (m) |
Kasten | springkast ; zaaikist ; aftikbak ; saladintrog ; krat ; kist ; kiemtrog ; kiembakje ; kast ; drijfwerkkast ; doos ; caisson ; bak ; aftikkist |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Kasten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbteilDE: AufmachungDE: BoDE: BoxDE: BriefkastenDE: BüchseDE: DichtungDE: DoseDE: EmballageDE: FlugschreiberUitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas auf dem
Kasten haben
NL: iets in zijn mars hebben