die Jagd

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[jaːkt]
Verbuigingen:	Jagd

1) das Jagen - jacht

auf die Jagd gehen - op jacht gaan die Jagd auf Wildschweine - de jacht op de wilde zwijnen

2) Suchen und Verfolgen einer Person / eines Ziels - jacht

Jagd auf einen Verbrecher machen - jacht maken op een inbreker die Jagd nach dem Glück - de jacht naar geluk

© K Dictionaries Ltd.

die Jagd	de achtervolging (v) ; jaagpartij (znw.) ; de jacht (m) ; de jachtpartij (v) ; jachtrit (znw.) ; het jagen ; predatie ; de speurtocht (m) ; wildjacht (znw.) ; de zoektocht (m)
Jagd	het jagen ; jacht

Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.




DE: Erkundigung
DE: Erkundung
DE: Erkundungsfahrt
DE: Erkundungsgang
DE: Erkundungszug
DE: Fahndung
DE: Jagdausflug
DE: Jagdexpedition
DE: Jagdpartie
DE: Safari

DE: auf der Jagd sein NL: op jacht zijn
DE: die hohe Jagd NL: de jacht op groot wild
DE: die niedere Jagd NL: de jacht op klein wild