Vertalingen Inhaber DE>NL
der Inhaber
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɪnhaːbɐ] |
Verbuigingen: | Inhabers , Inhaber |
die Inhaberin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɪnhaːbərɪn] |
Verbuigingen: | Inhaberin , Inhaberinnen |
1) jd, der ein Amt, eine Funktion, ein Recht hat -
eigenaar , houder Amtsinhaber - beheerder van het stembureau Lehrstuhlinhaber - hoogleraar Kontoinhaber - rekeninghouder |
2) Besitzer, Eigentümer eines Lokals, Geschäfts -
eigenaar , houder Firmeninhaber - bedrijfseigenaar |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Inhaber | de bezitter (m) ; de eigenaar (m) ; de exploitant ; de licentiehouder (m) ; de toonder (m) ; de uitbater ; de vergunninghouder (m) |
Inhaber | concessionaris ; houder ; houder van effecten ; houder van het recht ; houdster ; rechtverkrijgende ; toonder |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Inhaber`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BesitzerDE: BesitzerinDE: EigentümerDE: HalterDE: HausbesitzerDE: HauswirtDE: InhaberinDE: LizenzinhaberDE: VermieterDE: WirtUitdrukkingen en gezegdes
DE: auf den
Inhaber lauten
NL: gesteld zijn aan toonder