Vertalingen Hahn DE>NL
der Hahn
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [haːn] |
Verbuigingen: | Hahn(e)s , Hähne |
1) männliches Huhn dierkunde -
haan wenn der Hahn kräht - als de haan kraait |
Hahn im Korb sein (=der einzige Mann unter mehreren Frauen) - de haan in het kippenhok
|
nach jemandem / etw. kräht kein Hahn (=niemand interessiert sich für jemanden / etw.) - daar kraait geen haan naar
|
2) Teil einer Wasser- oder Gasleitung, mit dem sich diese öffnen / schließen lässt technisch -
kraan Der Hahn tropft. - De kraan drupt. den Hahn aufdrehen / zudrehen - de kraan opdraaien / dichtdraaien |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Hahn | de kraan (m) ; de waterkraan ; de haan (m) ; trekker van vuurwapen (znw.) ; mannelijk hoen (znw.) ; de macho (m) ; het haantje ; jong mannelijk hoen (znw.) ; fleskraan |
Hahn | haan ; afsluitersysteem ; afsluiter ; kraan ; regelklep ; tapkraan ; klepafsluiter ; kraan,waterkraan |
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `Hahn`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbzugDE: Abzug von eine FeuerwaffeDE: GashahnDE: GockelDE: MachoDE: SpundhahnDE: WasserhahnDE: WasserkranDE: ZapfhahnUitdrukkingen en gezegdes
DE: Hahn im Korbe sein
NL: de man zijn, speciaal gezien zijn
Download de Android App
Download de IOS App