hinter

voorzetsel

Uitspraak:

[ˈhɪntɐ]

1) auf / an der Rückseite - achter

Hinter dem Haus steht eine große Tanne. - Achter het huis staat een grote den.

2) auf die Rückseite - achterkant

Stell dein Fahrrad hinter das Haus. - Zet je fiets achter het huis.

3) sich weiter hinten in die gleiche Richtung bewegend - achter

Fahr einfach hinter mir her. - Rijd gewoon achter mij aan. Die anderen Läufer bleiben weit hinter ihm zurück. - De overige lopers bleven ver bij hem achter.

4) in der Vergangenheit abgeschlossen - achter

Die Prüfung liegt zum Glück hinter mir. - Het examen heb ik gelukkig achter me liggen.

5) auf der weiter entfernten Seite von etw. - achter

Ein paar Kilometer hinter der Grenze machten wir Halt. - Een paar kilometer over de grens stopten we.

© K Dictionaries Ltd.

hinter

achter ; achterna ; achterop ; daarachter ; erachter ; hierachter ; waarachter ; achteraan

Bronnen: interglot; Wikipedia




DE: dahinter
DE: hinter-
DE: hinterher
DE: hinterst
DE: letzt
DE: rück-
DE: wohinter

DE: es hinter den Ohren haben NL: het achter de mouw hebben
DE: etwas hinter die Ohren schreiben NL: iets in de oren knopen
DE: hinter sich bringen NL: afleggen (weg) NL: klaarspelen
DE: mit etwas hinter dem Berge halten NL: met iets niet direct voor den dag komen
DE: einen hinters Licht führen NL: iemand om de tuin leiden
DE: hinter etwas , einem her sein NL: achter iets, iemand aanzitten
DE: das hintere Zimmer NL: de achterkamer
DE: zu hinterst NL: helemaal achteraan