Vertalingen Hilfe DE>NL
die Hilfe
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈhɪlfə] |
Verbuigingen: | Hilfe , Hilfen |
1) das Helfen -
hulp ärztliche Hilfe benötigen - doktershulp nodig hebben um Hilfe rufen - om hulp roepen jemandem zu Hilfe kommen - iemand te hulp komen Hilfe! Es brennt! - Help! Brand! |
Erste Hilfe (=erste Versorgung von Verletzten am Unfallort) - Eerste Hulp
|
2) Geldmittel zur Unterstützung -
hulp Entwicklungshilfe - ontwikkelingshulp Sozialhilfe - sociale hulp |
3) Person, die jemandem hilft -
hulp Bald kommt Hilfe. - Er komt spoedig hulp. eine Hilfe für den Haushalt suchen - een hulp voor de huishouding zoeken Küchenhilfe - keukenhulp Putzhilfe - een poets |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Hilfe | de hulpverlening (v) ; de werkster (v) ; de toeverlaat (m) ; het support ; steunuitkering (znw.) ; de steunpilaar (m) ; de secondant (m) ; de schoonmaakster (v) ; de poetsvrouw (v) ; de ondersteuning (v) ; maatschappelijke hulpverlening (znw.) ; maatschappelijk werk (znw.) ; de knecht (m) ; het hulpje ; het hulpbetoon ; de hulp (v) ; de helper (m) ; de handreiking (v) ; het dienstbetoon ; de bijstand (m) ; de assistentie (v) ; de assistent (m) |
Hilfe | help ; bijstand ; help |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Hilfe`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnhaltspunktDE: ArbeitslosengeldDE: ArbeitslosenhilfeDE: AssistentDE: AssistenzDE: aushilfeDE: AuszahlungDE: BauernknechtDE: BedienungDE: BeihilfeUitdrukkingen en gezegdes
DE: Hilfe leisten
NL: hulp bieden, verlenen