Vertalingen Gutgläubigkeit DE>NL
die Gutgläubigkeit | de argeloosheid (v) ; de goedgelovigheid (v) ; de kinderlijkheid (v) ; de lichtgelovigheid (v) ; de natuurlijkheid (v) ; onbedorvenheid (znw.) ; de ongekunsteldheid (v) ; de onnozelheid (v) ; de onschuld |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `Gutgläubigkeit`

Voorbeeldzinnen laden....