Vertalingen Geschwätz DE>NL
das Geschwätz
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [gəˈʃvɛʦ] |
Verbuigingen: | Geschwätzes |
1) sinnlose Worte -
gezwets Das ist doch nur dummes Geschwätz! - Dat is toch allemaal maar dom gezwets! |
2) deel van de uitdrukking: gezwets Hör nicht auf das Geschwätz der Nachbarn. - Luister niet naar dat geklets van de buren. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Geschwätz | de praatje (m) ; het gestoei ; Holle frasen ; de kletspraat (m) ; de kolder (m) ; de kout (m) ; de mallepraat (m) ; onzin ; de praat (m) ; het gesol ; de prietpraat (m) ; de quatsch (m) ; de smaad (m) ; de stoeierij (v) ; de stoeipartij (v) ; de wartaal ; het zwartmaken ; de gekkenpraat (m) ; het babbeltje ; Bombast ; de brabbeltaal ; eendegesnater (znw.) ; het gebabbel ; het gebrabbel ; het gedonderjaag ; gekakel ; het geklets ; het gekwaak ; het gekwebbel ; het geleuter ; het gepraat ; geravot (znw.) ; het gesnater |
Geschwätz | roddel |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `Geschwätz`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BlödsinnDE: DiffamierungDE: dummes ZeugDE: GefaselDE: GeredeDE: GerüchtDE: KlatschDE: KlatschgeschichteDE: konfuses ZeugDE: Lästerung