Vertalingen gebären DE>NL
gebären
werkw.
Uitspraak: | [gəˈbɛːrən] |
Verbuigingen: | gebiert |
ein Kind zur Welt bringen -
baren Hat sie schon ein Kind / einmal geboren? - Heeft zij al een kind / eens gebaard? Er wurde während des Kriegs geboren. - Hij werd tijdens de oorlog geboren. Wo bist du geboren? - Waar ben jij geboren? der in Berlin geborene Politiker - de in Berlijn geboren politicus |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gebären (ww.) | baren (ww.) ; bevallen (ww.) ; voortbrengen (ww.) |
gebären | van een kind bevallen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `gebären`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: das Leben schenkenDE: zeugenDE: zur Welt bringen