Gespräch - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen Gespräch DE>NL

das Gespräch

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[g əˈʃprɛːç]
Verbuigingen:	Gespräch(e)s , Gespräche

1) Situation, in der Menschen miteinander sprechen - gesprek

mit jemandem ein Gespräch über private Dinge führen - met iemand een gesprek over privé zaken voeren. mit jemandem ins Gespräch kommen - met iemand in gesprek komen
im Gespräch sein (=Thema von Beratungen sein) - aan het woord Sie ist als neue Personalchefin im Gespräch. - Zij is als nieuwe personeelschef aan het woord.

2) Unterhaltung zwischen Menschen am Telefon - in gesprek

Das Gespräch wurde unterbrochen. - Het gesprek werd verbroken.
Ferngespräch - interlokaal

3) Thema einer Unterhaltung - gesprek

Seine Kündigung war das Gespräch des Tages. - Zijn ontslag was het gesprek van de dag.
Stadtgespräch - lokaal gesprek

Overige bronnen

das Gespräch	de conversatie (v) ; de dialoog (m) ; de discussie (v) ; het gesprek ; de lezing (v) ; mondeling onderhoud (znw.) ; het onderhoud ; de praat (m) ; de samenspraak ; de spreekbeurt
Gespräch	conversatie

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Gespräch`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Audienz
DE: Befragung
DE: Besprechung
DE: Dialog
DE: Gespräch unter vier Augen
DE: Interview
DE: Konversation
DE: Meinungsaustausch
DE: Plauderei
DE: Schwatz