Vertalingen flöten DE>NL
flöten
werkw.
1) auf einer Flöte spielen muziek -
fluiten 2) jemandem etw. auf schmeichelnde, besänftigende Art sagen -
met hoge fluitende stem spreken „Du hast ja so recht!‟, flötete er. - "Het is al goed je hebt gelijk!", zei hij met schelle stem. |
3) deel van de uitdrukking: etw. geht (jdm) flöten (=jemand verliert etw.) - naar fluiten
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
flöten (ww.) | blazen (ww.) ; fluiten (ww.) ; pijpen (ww.) |
das Flöten | gepijp (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `flöten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: pfeifenUitdrukkingen en gezegdes
DE: flöten gehen
NL: (spreektaal) verloren gaan