Vertalingen Flamme DE>NL
die Flamme
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈflamə] |
Verbuigingen: | Flamme , Flammen |
der sichtbar brennende Teil eines Feuers -
vlam Die Flammen des Lagerfeuers loderten ziemlich hoch. - De vlammen van kampvuur laaiden behoorlijk hoog op. die Flammen der Leidenschaft - de vlammen van passie |
etw. geht in Flammen auf (=etw. wird vom Feuer zerstört) - in vlammen opgaan
|
etw. steht in Flammen (=etw. brennt) - branden
|
auf kleiner / großer Flamme (=bei niedriger / hoher Hitze des Herdes) - groot / klein vuur
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Flamme | de brand (m) ; de fik (m) ; de laai (v) ; de lont ; de ontsteking (v) ; de vlam (v) ; het vuur |
Flamme | flame ; vlam |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; SEG; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Flamme`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BrandDE: DochtDE: FeuerDE: FeuermeerDE: KerzendochtDE: KontaktDE: Lunte