Vertaal
Naar andere talen: • früh > ENfrüh > ESfrüh > FR
Vertalingen früh DE>NL

I früh

bijv.naamw.
Uitspraak:  [fryː]

1) am Anfang eines Zeitraums - vroeg
im frühen 18. Jahrhundert - in begin 18e eeuw
Es ist noch zu früh, um schlafen zu gehen. - Het is nog te vroeg om te gaan slapen.
Kann ich einen früheren Termin haben? - Kan ik vroeger afspreken?

2) vor der üblichen Zeit - vroeg


II früh

bijwoord

1) deel van de uitdrukking: vroeg
früh am Abend / Morgen - vroeg in de avond / morgen
früh aufstehen - vroeg opstaan
zu früh kommen - te vroeg komen

2) deel van de uitdrukking: vroeg
gestern / morgen früh - gisteren / morgenvroeg
heute früh - vanmorgen vroeg
uitdrukking von früh bis spät

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking früher oder später

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
früh pril ; vroeg ; vroegtijdig ; tijdig
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `früh`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: allererst
DE: anfangs-
DE: anfänglich
DE: basis-
DE: beizeiten
DE: erst
DE: frühzeitig
DE: initial
DE: noch nicht
DE: primär