Vertalingen Form DE>NL
die Form
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fɔrm] |
Verbuigingen: | Form , Formen |
1) äußere Gestalt von Dingen -
vorm Die Schüssel hatte eine ovale Form. - De sleutel was ovaal van vorm. Kreisform - cirkelvormig Kugelform - bolvormig |
etw. nimmt (feste) Form(en) an (=) - iets neemt vorm aan
|
2) eine von mehreren möglichen Arten, in der etw. realisiert sein oder existieren kann -
vorm Nahrung in fester / flüssiger Form - voeding in vaste / vloeibare vorm finanzielle Förderung in Form von Steuerleichterungen - financiële steun in vorm van belastingverlagingen Formen des Zusammenlebens - vormen van samenleven |
3) Gefäß, in das man eine weiche / flüssige Masse füllen kann, die darin fest wird -
vorm den Teig in eine Kuchenform geben - het deeg in een taartvorm doen mit Sandförmchen spielen - met zandvormpjes spelen |
4) die Gestaltung von Texten anhand bestimmter Regeln -
vorm beim Aufsatz auf die äußere Form achten - bij het opstel aandacht geven aan de uiterlijke vorm |
5) Regeln für das richtige Verhalten, Vorgehen -
omgangsvorm Er wahrte die Form und begrüßte sie höflich. - Hij nam de omgangsvorm in acht en begroette haar vriendelijk. Das Urteil wurde wegen eines Formfehlers aufgehoben. - Het oordeel werd vanwege een vormfout geschorst. |
sich in aller Form bei jemandem entschuldigen (=) - zich in bochten draaien om te verontschuldigen
|
(nur) der Form halber (=nur, weil es die Konventionen verlangen) - alleen voor de vorm
|
6) körperlicher Zustand, Leistungsfähigkeit -
vorm Bei dem Wettkampf war er bestens in Form. - Bij de wedstrijd was hij in goede vorm. |
zu großer Form auflaufen (=sich zu einer besonders guten Leistung steigern) - zijn uiterste best doen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Form | in vorm zijn (znw.) ; de vorm (m) ; de verschijning (v) ; het type ; status ; staat ; de sjabloon ; de sjablone ; de silhouet ; het postuur ; de omtrek (m) ; modelvorm (znw.) ; de mal (m) ; lichaamslijn (znw.) ; het individu ; gietvorm ; het gietsel ; de gedaante (v) ; de figuur ; de conditie (v) ; het afgietsel ; afgieting (znw.) |
Form | gietvorm ; vorm ; teller van totaalbedrag ; matrijs ; materiële vorm ; lichamelijke conditie ; ijzeren raam |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `Form`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbdruckDE: ArtDE: AussageweiseDE: BedingungDE: BeschaffenheitDE: BildungDE: erscheinenDE: ErscheinungDE: ErscheinungsformDE: Figur