Vertalingen Ertrag DE>NL
der Ertrag
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ɛɐˈtraːk] |
Verbuigingen: | Ertrag(e)s , Erträge |
1) Menge der landwirtschaftlichen Produkte in einem bestimmten Zeitraum landbouw -
opbrengst , winst Der Apfelbaum bringt gute Erträge. - De appelboom levert een rijke oogst op. |
2) finanzieller Gewinn economie -
opbrengst , winst Die Immobilienfonds werfen gute Erträge ab. - De onroerendgoedfondsen leveren goede winsten op. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Ertrag | de druivenoogst (m) ; de winst (v) ; de wijnoogst (m) ; het voortbrengsel ; de uitkomst (v) ; het rendement ; het profijt ; het product ; de pluk (m) ; opbrengst van gewas (znw.) ; opbrengst van een gewas (znw.) ; de opbrengst (v) ; de oogst (m) ; het gewin ; de besomming (v) ; de baat |
Ertrag | aantal overblijvende ogen ; werkloosheidsuitkering ; waterverstrekking ; verdeling van water ; provenu ; produktie ; opbrengst per hectare ; opbrengst ; oogst ; jaarlijkse oogst ; inkomen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `Ertrag`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BezugDE: EinsammlungDE: ErnteDE: ExtraprofitDE: GewinnDE: GewinnungDE: HervorbringungDE: LeseDE: nutzenDE: Profit