Vertaal
Naar andere talen: • erteilen > ENerteilen > ESerteilen > FR
Vertalingen erteilen DE>NL

I erteilen

werkw.
Uitspraak:  [ɛɐˈtailən]

jemandem geben, zukommen lassen - verstrekken , doen toekomen
Er erteilt anderen gerne Aufträge. - Hij deelt graag opdrachten uit aan anderen.
Sie erteilt an einer Musikschule Flötenunterricht. - Zij geeft blokfluitles op een muziekschool.


II die Erteilung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɛɐˈtaiŋ]
Verbuigingen:  Erteilung , Erteilungen

deel van de uitdrukking: verstrekking
die Voraussetzungen für die Erteilung eines Visums - de voorwaarden voor de verstrekking van een visum
der Zeitpunkt der Auftragserteilung - het tijdstip van de opdrachtverstrekking

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
erteilen verlenen (van recht)
Bron: Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `erteilen`
Voorbeeldzinnen laden....