Vertalingen durch DE>NL
I durch
voorzetsel
1) drückt eine Bewegung in etw. hinein und auf der anderen Seite wieder heraus aus -
door Der Ball flog durch die Scheibe. - De bal vloog door het raam. durch den Fluss schwimmen - in de rivier zwemmen |
2) drückt eine ziellose Bewegung innerhalb eines Bereichs aus -
door Besucher durchs Haus führen - bezoekers door het huis leiden Wir liefen ziellos durch die Stadt. - Wij liepen doelloos door de stad. |
3) gibt die Ursache oder das Mittel an, wodurch etw. geschieht -
met behulp van , door middel van durch Zufall - door toeval durch Hartnäckigkeit ans Ziel kommen - de finish bereiken door vasthoudendheid |
(geteilt) durch (=) - door
Zehn geteilt durch zwei ist fünf. - 10 gedeeld door twee is vijf.
|
4) gibt die Ursache oder den Urheber an -
door Das Gebäude wurde durch einen Brand zerstört. - Het gebouw werd door brand verwoest. der durch den Stadtrat beschlossene Bau der Brücke - de door de gemeenteraad besloten bouw van de brug |
5) während eines Zeitraums -
door Er hat die ganze Nacht durch gelesen. - Hij heeft de hele nacht doorgelezen. |
II durch
bijwoord
1) durchgefahren -
doorrijden Ist der 9-Uhr-Zug schon durch? - Is de trein van 09.00 al door gereden? |
2) durchgekommen -
doorkomen Der Fluss war nicht breit, deshalb waren alle schnell durch. - De rivier was niet breed daarom was iedereen er snel door. |
3) durchgebraten -
gaar Ich hätte mein Steak gern durch. - Ik zou mijn steak graag goed doorbakken willen hebben. |
4) beschlossen, genehmigt -
door Unser Antrag ist durch! - Onze aanvraag is erdoor! |
5) durchgescheuert -
door , kapot Bei der alten Hose sind die Knie durch. - Bij de oude broek zijn de knieën kapot. |
6) vorbei -
door , kapot , rijp , gaar Es ist schon zehn durch, und er ist immer noch nicht da. - Het is al tien uur geweest en hij is er nog niet. |
7) deel van de uitdrukking: mit etw. durch sein (=etw. fertig gemacht, gelesen, geschrieben o. Ä. haben) - gereed hebben
Kireg ich das Buch, wenn du damit durch bist? - Krijg ik dat boek als je het uit hebt?
|
8) deel van de uitdrukking: durch und durch (=völlig) - door en door
Kein Mensch ist durch und durch schlecht. - Geen mens is door en door slecht.
|
9) deel van de uitdrukking: bei jemandem unten durch sein (=jds Wohlwollen verloren haben) - het bij iemand verbruid hebben
Seit sie den Auftrag verloren hat, ist sie beim Chef unten durch. - Sinds ze de opdracht kwijt is geraakt heeft ze het bij de chef verbruid.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
durch | als gevolg van ; door ; door middel van ; doorheen ; ingevolge ; middels ; ten gevolge van ; waardoor ; door toedoen van ; langs ; via |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `durch`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: auf GrundDE: aufgrundDE: durch hindurchDE: hindurchDE: infolgeDE: infolgedessenDE: kraftDE: mit Hilfe vonDE: mittelsDE: perUitdrukkingen en gezegdes
DE: durch den Wald
NL: door het bosDE: durch einen Unfall
NL: door, tengevolge van een ongevalDE: durch die Post
NL: per postDE: drei Uhr
durch
NL: over drieënDE: durch und
durch
NL: door en door NL: door merg en been