Vertalingen drängeln DE>NL
drängeln
werkw.
1) schubsen und schieben -
(ver)dringen Hören Sie bitte auf zu drängeln; alle kommen an die Reihe. - Houdt u alstublieft op met dringen; iedereen komt aan de beurt. |
2) sich durch Schieben an eine Stelle bewegen -
(ver)dringen Der Mann hat sich einfach vor uns gedrängelt. - De man heeft bij ons gewoon voorgedrongen. |
3) ungeduldig um etw. bitten -
blijven doorzeuren Meine Frau hat so lange gedrängelt, bis ich nachgegeben habe. - Mijn vrouw heeft zo lang gezeurd totdat ik toegaf. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
drängeln (ww.) | bruuskeren (ww.) ; omverduwen (ww.) |
drängeln | bumperkleven ; dringen |
Bron: WikipediaVoorbeeldzinnen met `drängeln`

Voorbeeldzinnen laden....