| Uitspraak: | ['diːnstaːk] |
| Verbuigingen: | Dienstag(e)s , Dienstage |
| letzten / diesen / nächsten Dienstag - afgelopen / deze / volgende dinsdag Wir treffen uns immer am / jeden Dienstag. - Wij ontmoeten elkaar altijd op / elke dinsdag. Hast du (am) Dienstag Zeit? - Heb je (op) dinsdag tijd? in der Nacht von Dienstag auf Mittwoch - in de nacht van dinsdag op woensdag Eines Dienstags geschah Folgendes: ... - Op een dinsdag gebeurde het volgende: ... Dienstagmorgen - dinsdagmorgen Dienstagmittag - dinsdagmiddag Dienstagabend - dinsdagavond Dienstagnacht - dinsdagnacht |
Voorbeeldzinnen laden....