Vertalingen Dicktuer DE>NL
die Dicktuer | de pochers ; de zenuwlijder (m) ; de windbuilen ; de windbuil ; de spekkopers ; de spekkoper (m) ; de snoevers ; de snoever (m) ; de showbinken ; de praatjesmakers ; praalhansen (znw.) ; de bluffer (m) ; de pocher (m) ; de opsnijders ; de opsnijder (m) ; de opscheppers ; de opschepper (m) ; leeg vat (znw.) ; hol vat (znw.) ; de druktemaker (m) ; de dikdoeners ; de bluffers |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Dicktuer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AngeberDE: AufscheiderDE: PrahlerDE: ScharlataneDE: Wichtigtuer