Vertaal
Naar andere talen: • Deckel > ENDeckel > ESDeckel > FR
Vertalingen Deckel DE>NL

der Deckel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈdɛkəl]
Verbuigingen:  Deckels , Deckel

1) flacher Verschluss eines Behälters - deksel
Flaschendeckel - flessendop
Kistendeckel - kistdeksel
Topfdeckel - pan deksel
den Deckel des Gurkenglases abschrauben - de deksel van de pot augurken losdraaien

2) vorderer (oder hinterer) Teil des Kartons, der ein Buch o. Ä. umgibt - omslag
den Deckel aufklappen - de omslag openvouwen
Buchdeckel - boekomslag

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking eins / einen auf den Deckel bekommen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Deckelde bolster (m) ; de vuldoppen ; de schil ; de schaal ; het lid ; het kleppen ; kap ; de dop (m) ; de deksels ; de deksel (m)
Deckel boekband ; vormraam ; schepraam ; plat ; ovengewelf ; omslag ; kap ; deksel ; compleet paneel
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Antiquarian Dictionary


Voorbeeldzinnen met `Deckel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Augenlid
DE: Kappe
DE: Klappe