Vertalingen davonkommen DE>NL
davonkommen
werkw.
eine gefährliche Situation mit wenig / ohne Schaden überstehen -
er afkomen Er hatte Glück und ist bei dem Unfall mit ein paar blauen Flecken davongekommen. - Hij had geluk en is bij het ongeval er met een paar blauwe plekken vanaf gekomen. noch einmal ohne Strafe davonkommen - nog eens zonder straf er van afkomen |
mit dem Leben davonkommen (=überleben) - het er levend van afbrengen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
davonkommen | er afkomen met |
Bron: Trueterm
Voorbeeldzinnen met `davonkommen`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: er ist noch gut davongekommen
NL: hij is er nog goed afgekomen