1. MWB
  2. Vertalen
  3. Bürger (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Bürger > EN • Bürger > ES • Bürger > FR
Vertalingen Bürger DE>NL

Ia der Bürger

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈbʏrgɐ]
Verbuigingen:  Bürgers , Bürger

Ib die Bürgerin

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈbʏrgərɪn]
Verbuigingen:  Bürgerin , Bürgerinnen

1) Bewohner eines Staates - (staats)burger
die amerikanischen Bürgerinnen und Bürger - de Amerikaanse burgers

2) Einwohner einer Stadt o. Ä. - burger
Der Bürgermeister sprach zu den Bürgern der Stadt. - De burgemeester sprak tot de burgers van de stad.

3) Angehöriger der mittleren Gesellschaftsschicht geschiedenis - burgerij
Bürger und Bauern gehörten im Mittelalter dem dritten Stand an. - Burgers en boeren hoorden in de middeleeuwen tot de derde stand.
das Bürgertum - de burgerstand


II bürgerlich

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈbʏrgɐlɪç]

1) den Staatsbürger betreffend - burgerlijk
bürgerliche Rechte und Pflichten - burgerlijke rechten en plichten
das Bürgerliche Gesetzbuch - het Burgerlijk Wetboek

2) zum Bürgertum gehörig geschiedenis - tot de bourgeoisie behorend
das bürgerliche Lager - de klasse van de bourgeoisie

3) deel van de uitdrukking: burgerlijk
Dein Lebensstil ist mir zu bürgerlich. - Jouw levensstijl is mij te burgerlijk.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Bürgerde burger (m) ; de poorter (m) ; de staatsburger (m)
Bürger burger
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Bürger`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Mitbürger
DE: Mitbürgerin
DE: Staatsangehörige
DE: Staatsbürger
DE: Untertan