1. MWB
  2. Vertalen
  3. Besatzung (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Besatzung > EN • Besatzung > ES • Besatzung > FR
Vertalingen Besatzung DE>NL

die Besatzung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈzaʦʊŋ]
Verbuigingen:  Besatzung , Besatzungen

1) alle Personen, die darauf arbeiten - bezetting , bemanning
Bei dem Absturz kamen 120 Passagiere und die 6 Besatzungsmitglieder ums Leben. - Bij het neerstorten zijn 120 passagiers en de 6 bemanningsleden op het leven gekomen.

2) Zustand, von fremden Truppen besetzt zu sein defensie - bezetting
1946 stand Deutschland unter alliierter Besatzung. - In 1946 was Duitsland door geallieerden bezet.
Besatzungstruppen - bezettingstroepen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Besatzungde bemanning (v) ; inbezitname (znw.) ; de inbezitneming (v) ; de ploeg (v)
Besatzung bezetting ; ploeg
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Besatzung`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Bemannung
DE: Crew
DE: Einnahme
DE: Einverleibung
DE: Mannschaft
DE: Schiffsbesatzung
DE: Schiffsmannschaft