Vertalingen berauben DE>NL
berauben
werkw.
1) jemandem etw. mit Gewalt wegnehmen -
beroven Er wurde überfallen und beraubt. - Hij werd overvallen en beroofd. |
2) deel van de uitdrukking: jemanden einer Sache berauben (=jemandem etw. (weg)nehmen) - beroven
jemanden seiner Freiheit / Rechte berauben - iemand van zijn vrijheid / rechten beroven
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
berauben (ww.) | beroven (ww.) ; ontnemen (ww.) |
Bronnen: Trueterm; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `berauben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfangenDE: abjagenDE: abnehmenDE: abstaubenDE: bestehlenDE: entreißenDE: entziehenDE: erbeutenDE: fortnehmenDE: klauen