1. MWB
  2. Vertalen
  3. Ausguss (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Ausguss > EN • Ausguss > ES • Ausguss > FR
Vertalingen Ausguss DE>NL

der Ausguss

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈausgʊs]
Verbuigingen:  Ausgusses , Ausgüsse

1) Becken in der Küche, in dem man Geschirr spült - gootsteen
das Kartoffelwasser in den Ausguss schütten - het water van de aardappels in de gootsteen afgieten

2) Rohr, das vom Wasch- oder Spülbecken wegführt - afvoer
Der Ausguss ist verstopft. - De afvoer is verstopt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Ausgußde gootsteen
Ausguss afvoer ; afvoerbank ; dompelpijp ; doorloopsteen ; loosgat
Bronnen: Horecagids; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Ausguss`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Abguß
DE: Spülbecken
DE: Spüle
DE: Spülstein