Vertalingen arbeitslos DE>NL
I arbeitslos
bijv.naamw.
ohne Arbeitsplatz -
werkloos arbeitslos werden - werkloos worden arbeitslos gemeldet sein - als werkloos gemeldt staan |
II Arbeitslose
zelfst.naamw. (masculine-feminine)
Uitspraak: | [ˈarbaiʦloːzə] |
Verbuigingen: | Arbeitslosen , Arbeitslosen |
deel van de uitdrukking: werkloze Die Zahl der Arbeitslosen ist wieder gesunken. - Het aantal werklozen is alweer gedaald. Arbeitslosenversicherung - werkloosheidsverzekering |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
arbeitslos | lui ; niets doend ; werkeloos ; werkloos ; arbeidsloos ; werklozen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `arbeitslos`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: arbeitsscheuDE: faulDE: nichts tund