1. MWB
  2. Vertalen
  3. anfallen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • anfallen > EN • anfallen > ES • anfallen > FR
Vertalingen anfallen DE>NL

anfallen

werkw.
Uitspraak:  [ˈanfalən]

1) jemanden angreifen - aanval door een dier
von einem Hund angefallen werden - Door een hond worden aangevallen.

2) bei einem Vorgang entstehen - opleveren
Bei einem Umzug fällt viel Müll an. - Een verhuizing levert veel rommel op.
die anfallenden Kosten - de ontstane kosten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
anfallen (ww.) bestormen (ww.) ; groeien (ww.) ; overvallen (ww.) ; verhogen (ww.)
das Anfallenhet aanvallen ; het attaqueren
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `anfallen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: angreifen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Kosten, die nicht anfallen, wenn... NL: kosten die niet ontstaan, wanneer...