Vertalingen abbremsen DE>NL
abbremsen
werkw.
langsamer werden lassen oder zum Stehen bringen -
afremmen Der Fahrer konnte (den Wagen) noch rechtzeitig abbremsen. - De bestuurder kon (de auto) nog net op tijd afremmen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abbremsen (ww.) | afremmen (ww.) ; remmen (ww.) ; stoppen (ww.) |
abbremsen | vertragen |
Bronnen: interglot; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `abbremsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: bremsenDE: die Geschwindigkeit verringernDE: sich verlangsamenDE: stoppen