Vertalingen Anhang DE>NL
der Anhang
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈanhaŋ] |
Verbuigingen: | Anhang(e)s , Anhänge |
1) zusätzlicher Teil nach Ende des eigentlichen Texts -
aanhangsel , aanhang Im Anhang finden Sie eine Liste unregelmäßiger Verben. - In de aanhang vindt u de lijst met onregelmatige werkwoorden. |
2) die Personen, die zu jemandem gehören -
aanhang eine ledige Frau ohne Anhang - een vrouw alleen zonder aanhang |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Anhang | het aanhangsel ; de aanvulling (v) ; het appendix ; de bijlage |
Anhang | aanhang ; aanhangsel ; bijl. (Afkorting) ; bijlage ; bijvoeging |
Bronnen: Antiquarian Dictionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Anhang`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnlageDE: AppendiDE: BeilageDE: ErgänzungDE: ErweiterungDE: HinzufügungDE: NachtragDE: ZufügungDE: Zusatz