Vertaal
Naar andere talen: • zuckeln > ENzuckeln > ESzuckeln > NL
Vertalingen zuckeln DE>FR
zuckeln (ww.) flâner (ww.) ; se traîner (ww.) ; traîner les pieds (ww.) ; trottiner (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zuckeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Trudeln