Vertaal
Naar andere talen: • vorverlegen > ENvorverlegen > ESvorverlegen > NL
Vertalingen vorverlegen DE>FR
vorverlegen (ww.) anticiper (ww.) ; avancer (ww.) ; décaler l'heure du début de (ww.) ; placer devant (ww.) ; s'avancer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vorverlegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: vorziehen