Vertalingen vermasseln DE>FR
vermasseln (ww.) | corrompre (ww.) ; dépenser follement (ww.) ; dissiper (ww.) ; empester (ww.) ; empoisonner (ww.) ; gâcher (ww.) ; gaspiller (ww.) ; gâter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vermasseln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: verderbenDE: vergeudenDE: verhunzenDE: verpfuschenDE: verschwendenDE: vertun