Vertaal
Naar andere talen: • verbeißen > ENverbeißen > ESverbeißen > NL
Vertalingen verbeißen DE>FR
verbeißen (ww.) avaler (ww.) ; empiler (ww.) ; refouler (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `verbeißen`
Voorbeeldzinnen laden....